|
||||||||
|
Al voelt de buitentemperatuur vandaag nog zomers aan, de herfst is in aantocht met zijn prachtig gekleurd bladertapijt. Wie herfst zegt, denkt aan knusse dagen aan een knisperend haardvuur met op de achtergrond een toontje melancholische muziek. De band die perfect in dit plaatje past is ongetwijfeld het Britse Tindersticks, met muzikale song poëet Stuart Staples op kop, die met zijn fluwelen bariton stem, geen ziel onberoerd kan laten. Hoeveel mensen hij midscheeps weet te raken wordt nog maar eens duidelijk in een uitverkochte Roma, die enthousiast joelend en applaudisserend zelfs een tweede bis weet af te dingen. Stuart Staples zelf toont dan weer zijn gemeende dankbaarheid door zijn bemind en trouw publiek te prijzen voor zijn talrijke opkomst en zijn luisterbereidheid. Niets is mooier voor een artiest dan fans die weten dat stilte altijd een meerwaarde is om vertederende, stille noten, diep te laten doordringen. Maar liefst dertig jaar en vijfentwintig albums verder beroert Tindersticks nog steeds de gevoelige zielen van zijn fans, dus reden genoeg om dit te vieren met een feestelijke jubileumtournee. Tindersticks passeerde dit voorjaar nog in Bozar, met naast hun bandleden ook nog een waar orkest met blazers en strijkers om hun knappe verzamelaar “Past Imperfect – The best of tindersticks ’92-’21” te vieren. Dat ze zelfs tweemaal per jaar volle zalen kunnen trekken toont duidelijk aan hoe geliefd Stuart Staples en de zijnen door hun fans omarmd worden. Stuart Staples’ warme baritonstem heeft een bijna hypnotische kracht. De verzen van zijn dichterlijke teksten lijken wel te versmelten met de noten van zijn band door zijn eerder mompelende zangstijl. Dit maakt het het geheel dikwijls nog pakkender, zoals in het fluisterstil voort sluipende “Willow” met een Stuart op melodica, of het heerlijk op zweverige keyboard tonen en druppelende piano drijvend “A Night So Still”, uit hun prachtplaat “The Something Rain”. Het filmische “How He Entered” uit “The Waiting Room” doet ons wel snakken naar de ontbrekende warme blazers die op plaat het nummer nog meer sfeer inblazen, maar het heerlijk country walsende “Pinky In The Daylight” maakt met zijn schuifelende drum en knap mannenkoortje alles goed en tilt het concert een versnelling hoger naar een stevige versie van “The Amputees”, een op een funky beat dartelend dansend “Tough Love”, dat uitwaaiert naar een vurige gitaar finale van Neil Fraser en na een abrupt einde leidt naar een mystiek Orientaal klinkend “See My Girls”. Tijd om het tempo terug te schroeven met een sacraal op kerkorgel wenend “The Waiting Room”. “Don’t Let Me Suffer”, treurt Stuart Staples terwijl het nummer zachtjes uitdooft naar een op paukenstokken zwevend “Medicine”, opgevuld met hemelse gitaar spinsels van Fraser, die naargelang de sfeer van het nummer wisselt tussen elektrische en Spaanse gitaar. De eerste noten van “Show Me Everything” mogen al rekenen op een herkenningsapplaus en het nummer zwelt in de finale heerlijk aan op zijn bekende gitaarrif en vurige, driestemmige vocalen. Dit is de aanzet om uiteindelijk sommigen uit het publiek dansend uit hun stoelen te doen veren zoals bij het soulvol ritmische “You’ll Have To Scream Louder”. Al dit enthousiasme verdient een dubbele bis, waarin we vooral het diep ontroerende en op subtiele piano tonen begeleide “Factory Girls” onthouden, dat menig traantje doet opwellen bij de droeve woorden “It’s the wine that makes me sad, Is it the friend that I lost?”. We zullen het echter houden bij Stuart Staples’ laatste woorden en levensles in de zwoele, jazzy afsluiter “(You must listen to your heart) Take Care In Your Dreams”. Dat iedereen de boodschap goed begrepen heeft, is overduidelijk na een niet aflatend applaus na dit soms letterlijk te nemen droomconcert. Yvo Zels
|